Je laat je oude omgeving achter
Iedereen heeft bepaalde waarden, normen en ervaringen opgebouwd tijdens zijn leven. Dat is het interne kader van mensen. De omgeving waarin je opgroeit en de context waarin je je bevindt, vormen het externe kader.
Als migrant kom je met je eigen waarden en normen (interne kader) in een compleet nieuwe omgeving (externe kader) terecht. Iedereen gaat anders om met die verandering. De nieuwe omgeving speelt daarin een belangrijke rol. Word je als migrant bijvoorbeeld warm onthaald en krijg je een goede begeleiding? Dan zal de aanpassing vlotter verlopen.
Slaag je erin om je waarden en normen te behouden en vind je tegelijk aansluiting bij je nieuwe omgeving? Dan spreek je van integratie.
Lukt het je niet om op beide zaken tegelijk in te zetten, dan pas je je aan via:
- assimilatie: je neemt afstand van je opgebouwde waarden en normen en je sluit je aan bij de nieuwe omgeving
- separatie: je behoudt je opgebouwde waarden en normen, maar je vindt geen aansluiting bij je nieuwe omgeving
- marginalisatie: je vindt geen aansluiting bij je nieuwe omgeving en je verliest je opgebouwde waarden en normen
Je moet je weg vinden in een nieuwe omgeving
Het proces dat je doormaakt om je aan te passen aan de nieuwe omgeving lijkt erg op een rouwproces. Mensen hebben uiteenlopende gevoelens zoals boosheid, verdriet, dankbaarheid, berusting en onmacht. Dat is niet verwonderlijk, want als migrant verlies je veel:
- Je laat je familie, vrienden, sociale netwerken en eigendommen achter.
- Je verliest vaak de status die je in je thuisland had.
- Je vertrouwde omgeving valt weg.
- Je kan niet altijd terugvallen op je opgebouwde waarden en normen.
Migratie brengt vaak stress met zich mee. Zeker wanneer het geen vrijwillige keuze is om te verhuizen. Je kan dit omschrijven als migratiepijn.
Armoede en sociale uitsluiting
Migranten hebben meer kans om in armoede terecht te komen. Het is niet je etniciteit, nationaliteit of huidskleur die je rechtstreeks in een armoedesituatie plaatst. Armoede kan wel een gevolg zijn van migratie. Als migrant is de kans groot dat je in de volgende situaties belandt:
- Je werkt onder je diploma, je bent lager geschoold, je hebt een lager beroepsprofiel of werkt in zware omstandigheden.
- Je hebt minder steun van familie of je eigen etnische gemeenschap, de nieuwe omgeving staat niet open voor diversiteit.
- Je hebt minder sociale vaardigheden of technieken om met de verandering in je leven om te gaan.
- Je wordt uitgesloten of gediscrimineerd, bv. op de arbeids- of huisvestingsmarkt.
Die factoren verhogen het risico op armoede en sociale uitsluiting. De volgende generaties lopen daardoor een grote kans om ook in armoede op te groeien. De armoedecijfers zijn dan ook relatief hoger bij mensen met een migratieachtergrond.
Meer weten over dit thema? Ine Vink schreef het boek ‘Interculturele belastbaarheidsbepaling. Een zoetwatervis is geen zoutwatervis.’ Daarin lees je hoe je als professional rekening kan houden met de psychologische effecten van migratie op het individu.
Wil je meer weten over hoe verschillende factoren onze referntiekaders beïnvloeden en hoe kun je divers-sensitief communiceren?
Schrijf je dan in voor een vorming referentiekaders en divers-sensitieve communicatie bij Atlas.