Atlas Jongeren organiseert elk jaar een speciaal inburgeringstraject voor minderjarige nieuwkomers. Na 4 weken hebben de jongeren niet alleen een beter zicht op hoe de Vlaamse samenleving in elkaar zit, ze hebben ook intensief hun Nederlands geoefend en vriendschappen voor het leven gesloten. 4 tips van Stéphanie en Sylke.
Tip 1: Bouw mee aan hun netwerk
Wie jonge nieuwkomers wil ondersteunen, moet hun situatie goed kennen. ‘Voor ons is het vaak al moeilijk om de weg te vinden in het doolhof van instanties, scholen en arbeidsbureaus, maar voor deze jongeren is het helemaal ondoenbaar. Ze weten nauwelijks iets over ons onderwijssysteem of de arbeidsmarkt,’ zegt Sylke.
Als ze straks op school iets niet begrijpen, kunnen ze een vriend bellen.
Stéphanie ziet telkens opnieuw hoe belangrijk contacten voor deze jongeren zijn. Daarom zet ze extra in op hun netwerk: ‘Als ze straks op school iets niet begrijpen, kunnen ze een vriend bellen. Zijn ze op zoek naar een vakantiejob? Misschien dat een bekende het voor hen kan regelen? Een aantal van de minderjarigen is alleen naar ons land gereisd. Anderen zijn wél met hun familie gekomen, maar zijn op een leeftijd dat ze een eigen netwerk willen uitbouwen.’
Tip 2: Zorg voor een ongedwongen en veilige sfeer
Tijdens alle contactmomenten staat veiligheid voorop. ‘De dynamiek bepaalt alles,’ zegt Stéphanie. 'We willen een ongedwongen en veilige sfeer creëren waarin iedereen zichzelf kan zijn en de ander respecteert. Vanaf de eerste ontmoeting benader ik de jongeren op een eerlijke en warme manier. Mijn ervaring is dat dit gedrag wordt gekopieerd. Ik ga nooit boven de groep staan, altijd ertussen. Ik waardeer de jongeren, daag ze uit en inspireer hen.’
Ik heb tijdelijk de functie van grote zus.
Ze schermt haar privéleven af, maar stelt zich bewust op als een vertrouwenspersoon: ‘Sommigen zitten thuis in een moeilijke situatie. Anderen voelen zich eenzaam of zijn op zoek naar een hobby. Het gebeurt dat ik een wandelingetje maak met een jongere en dat die mij dingen vertelt die hij of zij nooit eerder aan iemand anders toevertrouwde. Ik heb dan tijdelijk de functie van grote zus. Vergeet niet dat het om jongeren gaat die soms al jaren gescheiden van hun vader of moeder leven.’
Tip 3: Zorg voor een goede mix
Alle jongeren die aan de cursus deelnemen zijn tussen de 17 en 19 jaar, maar verder is elke groep een mix op het vlak van gender, etnisch-culturele achtergrond en geloofsovertuiging. Stéphanie: ‘Of iemand nu moslim is of christen, wel of geen hoofddoek draagt: in de zomercursus vormt dat geen enkel probleem. Ze moeten een nieuw leven opbouwen in een land waarvan ze de taal en de gebruiken niet kennen. Dat schept een band. Ze krijgen nieuwe kansen en grijpen die met beide handen.’
Tip 4: Zoek een evenwicht tussen klassieke lessen en fun
De sfeer in de cursus is vaak los en speelt in op hoe de jongeren zelf leven. Naast de lessen zijn er ook een heleboel activiteiten. En wie hulp nodig heeft, hoeft geen afspraak te maken, maar komt gewoon langs tijdens de ‘open inloop’. Stéphanie: ‘Mijn collega’s en ik geloven heel sterk in voorbeeldgedrag. Deze jongeren verstaan de kunst van samenleven in diversiteit. Ze groeien ermee op en vinden het vanzelfsprekend. Wie twijfelt of er nog hoop is voor de multiculturele samenleving moet misschien eens een weekje meedraaien in de zomercursus.’
Dit artikel is een herwerking van een artikel van Janine Meijer in Les, tijdschrift voor NT2 en taal in het onderwijs, van juni 2019.